Fasttrack pilotproject PAVEX Wientjes

Centraal in het project staat het ontwikkelen van een integrale toekomstbestendige veehouderij. Specifiek wordt veel aandacht besteed aan het in kaart brengen van emissies naar lucht en water tijdens en na het aanwenden van meststoffen op de akker.

De huidige praktijk wijst uit dat emissies reduceren middels middelvoorschriften in de praktijk nog wel eens andere emissiereducties tot gevolg hebben dan dat theoretisch voor een bepaald systeem bepaald is. Bij het Fasttrack pilotproject wordt ingezet op emissiereductie door doelvoorschriften. Dit wil zeggen dat een doel wordt gesteld aan bepaalde emissies en de ondernemer zelf de tools in handen krijgt om dit doel te behalen. Met dit project wordt een basis gelegd voor het omschakelen van middel- naar doelvoorschriften.

Doel van het project

De doelstelling van het Fasttrack pilotproject voor melkveebedrijf Wientjes is het realiseren en inzichten geven in een totaal concept voor emissiereductie voor de melkveehouderij. Het project gaat als template dienen voor boerenbedrijven die door willen met ondernemen. Mede om deze reden wordt in het project veelal gekeken naar de directe haalbaarheid, betaalbaarheid en een juridische borging van emissiereductie.

Middels het systeem van doelvoorschriften krijgen de ondernemers meer tools in handen om emissies te reduceren. Dit maakt het mogelijk om te kijken naar andere manieren van emissies reduceren. Hiermee wordt het mogelijk om mest te behandelen om zo het ontstaan van emissies te voorkomen en hiermee het probleem dichter bij de bron aan te pakken. Het vervolgens verwerken van de mest leidt tot het vasthouden van emissies in de mest of het afvangen van emissies onder meer gereguleerde omstandigheden.

Resultaten

Het verwerken van mest leidt mede door nieuwe ontstane producten zoals digestaat tot mogelijke nieuwe verdienmodellen voor ondernemers. Het verwerken van de mest middels een mono-mestvergister leidt naast nog mogelijke nieuwe inkomstenstromen (Renure) ook gelijk tot een nieuwe inkomstenstroom van opgewekt biogas/groengas en/of elektriciteit. Mede door het openstellen van de SDE++ subsidie voor mono-mestvergisters en het zicht op een verplicht percentage groen gas bijmengen aan aardgas heeft deze ontwikkeling een sprint genomen.

De nieuwe meststromen zorgen voor een betere benutting van organische meststoffen. De dikke fractie kan als bemesting worden gebruikt die het organische stofgehalte in de bodem verbetert. De gestripte dunne fractie (effluent) rijk aan stikstof kan worden gebruikt als kunstmestvervanger. Door de mogelijkheid om deze meststoffen apart toe te kunnen dienen kunnen de meststoffen op de momenten worden toegediend waarop deze nodig zijn. Dit zorgt voor minder uitspoeling van nitraten en houdt de nitraatconcentratie in de bodem op het gewenste niveau.

Deze nieuwe meststroom als kunstmestvervanger zorgt zowel direct als indirect voor minder emissie: direct minder emissies op het land en indirect minder emissies omdat geen kunstmeststoffen meer aangekocht hoeven te worden.

Het in kaart brengen en presenteren van dit project als goed onderbouwde alternatieven voor de huidige agrarische ondernemingen zal er mede toe leiden dat dit project in samenhang met de andere Fasttrack pilotprojecten leidt tot positieve jurisprudentie in 2024.