Overheid meldt uitstel van introductie nationale wetgeving voor IBR-bestrijding

Uitvoeringsinrichting en diverse processtappen leiden tot nieuwe vertraging

Het wetgevingstraject voor IBR vordert gestaag maar vanwege alle stappen van het proces die nog moeten worden gezet, is introductie van de benodigde Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) onder de wet Dieren komende zomer niet meer realistisch, zo voorziet de minister in haar brief. Inmiddels is de internetconsultatie van de AMvB, die afgelopen zomer plaatsvond, afgerond. De rapportage daarover wordt dit voorjaar verwacht, zodra de AMvB gereed is voor het advies van de Raad van State. Tegelijkertijd lopen de voorbereidingen voor de benodigde uitvoeringsorganisatie, in samenwerking met de GD, RVO en NVWA. Ook dit vraagt meer tijd.

Verdere tijdpad IBR

Na het ingaan van de nationale regelgeving (de AMvB) zal de minister van LVVN uiterlijk 4 jaar later (2030) naar Brussel gaan om het bestrijdingsprogramma voor IBR ter goedkeuring aan de Europese Commissie voor te leggen. Nadat het bestrijdingsprogramma door de EU is goedgekeurd gaan extra beperkingen gelden voor de import van runderen. Vanaf de start van de nationale regelgeving wordt jaarlijks met betrokken sectorpartijen gekeken of het mogelijk is om al eerder dan na 4 jaar het bestrijdingsprogramma ter goedkeuring voor te leggen aan de Europese Commissie.

Tot het moment van inwerkingtreding van de AMvB blijft het private programma in de melkveehouderij van kracht. Zie ook ons nieuwsbericht van 19 juli 2024.

Beoogde tijdpad regelgeving BVD

Ook voor de bestrijding van BVD is nationale wetgeving voorzien. In dezelfde kamerbrief geeft de minister aan dat in afstemming met de betrokken rundveesectoren is besloten om bij BVD te kiezen voor een traject dat vergelijkbaar is met dat van IBR. Dat wil zeggen dat de wettelijke bestrijding start met een nationaal bestrijdingsprogramma dat zoveel mogelijk aansluit bij het bestaande private programma in de melkveehouderij. Later wordt het programma dan aangepast naar de EU-vereisten en ter goedkeuring voorgelegd aan de Europese Commissie voor het kunnen behalen van een EU-vrijstatus.

Voordeel van deze werkwijze is dat rundveehouders die nu al deelnemen aan het private programma hun dagelijkse praktijk grotendeels kunnen voortzetten. Daarnaast hoeven rundveehouders die al een BVD-vrije status in het private programma hebben pas op een later moment extra kosten te maken om te voldoen aan de EU-vereisten. Het is voorzien dat het nationaal bestrijdingsprogramma (de AMvB) voor BVD op zijn vroegst op 1 januari 2027 in werking kan treden, aldus de minister.